Klik voor menu op: Kees' FH-site
Op deze webweide van Kees' FH-site vindt u nieuws over het Fries Hollands rundvee ras uit de papieren media. Het meeste nieuws over het FH ras verschijnt in de Nederlandse Koekrant, reden om hiervoor een aparte webweide te reserveren: Koekrant. Voor oude berichten surft men naar 2003, 2004, 2006 of 2007 Er is ook actueel nieuws. Overige FH pagina's: Einde pagina. |
Citaten uit artikelen staan geplaatst tussen " ", in tegenstelling tot eigen beschrijving door de webmaster.
"HONDERDTONNERS"
CR Delta magazine november 2005
Pietje 456 van B. Veerenhuis uit Geesteren
produceerde in 4034 melkdagen |
"Welkom, lezers van het E-zine Veeteelt."
E zine Veeteelt, nr. 18 jaargang 6, 24 november
2005
"2) Site-tip: www.keesruyter.nl/koe. Veehouder is Kees Ruyter niet, maar liefhebber van koeien zeker wel. Op zijn site www.keesruyter.nl/koe verzamelt hij onder meer foto's van koeien en informatie over stieren. In het bijzonder het FH-ras krijgt van Ruyter veel aandacht op zijn actuele en gevarieerde site. Sitetips: mail ze naar Inge van Drie (Drie.I@veeteelt.nl)." |
"Eiwitgehalten per rasgroep" Koevisie November 2005 De volgende eiwitgehalten werden volgens het NRS in het melkcontrole jaar 2004/2005 behaald: Jersey 4.02, Brown Swiss 3.65, Jersey-kruisling 3.64, MRIJ 3.60, Blaarkop 3.58, Brown Swiss kruisling 3.56, FH 3.54, HF roodbont 3.52, Montbéliarde-kruisling 3.49, Montbéliarde 3.46, HF zwartbont 3.45. Met melkproductie en vetgehalte winnen de 1443 FH-koeien weer enig terrein met 6398 kg en 4.48% vet tegen MRIJ 6282 4.39, Blaarkop 5836 4.39, Jersey 5184 5.93, Jersey-kruisling 7245 4.78, Montbéliarde 6998 4.20, Montbéliarde-kruisling 7041 4.36, Brown Swiss 6608 4.47, Brown Swiss-kruisling 7223 4.52, HF roodbont 7714 4.53, HF zwartbont 8514 4.34 |
Grootvader Adema's Athleet Veeteelt 2005 Oktober 2 "In recente edities van Veeteelt mag de onaantastbaarheid van de bijna universele stamvader van de FH-dieren, Adema 197, enig geweld zijn aangedaan, interessant blijft dat hijzelf het product was van halfbroer en -zus. En Jan Wassenaar van Jelsum, die hem in 1941 preferent A zag worden, vond dat bepaald geen probleem. Toen de stier in hetzelfde jaar aan een hartkwaal stierf, poogde hij die dubbele grootvader Adema's Athleet alsnog in te zetten als partner van de Adema 197-dochters. Adema's Athleet was intussen 12 jaar oud. Hij had eerst enkele jaren gedekt bij zijn fokker Simon Knol in Hartwerd. Daarna ging hij naar de fokvereniging Lonneker. Toen Wassenaar hem nog wist aan te trekken werd het bijgaande unieke portret gemaakt van de oude fokstier. Hij bleek helaas onvruchtbaar." (foto niet op de site) "Er gaat een verhaal dat Jan Wassenaar - die in 1944 voorzitter van het FRS zou worden - de geprepareerde kop van Adema's Athleet ooit cadeau heeft gedaan aan zijn NRS-collega Wieger de Jong, toen die hoogleraar werd aan de Landbouw Hogeschool in Wageningen. In de kantine van Zodiac werd de kop in 1985 door professor Rommert Politiek en toenmalig FRS-voorzitter Sijtze Kingma weer in oude luister onthuld." Voor de buitenstaanders: FRS was Fries Rundvee Stamboek (erkende geen vee van andere stamboeken); NRS was Nederlands Rundvee Stamboek; Zodiac is het gebouw van de vee- en visteelt wetenschap, met ook ruimte voor fundamentele dieronderzoekers. |
"Hollands glorie opnieuw onder de aandacht" Veeteelt 2005 Oktober 2 (serie "kruisen") "Met de toenemende aandacht voor kruisen beleven de MRIJ's een ware heropstanding, de blaarkoppen krijgen hernieuwde belangstelling en de FH's zelfs kruisingsinteresse uit Texas." Als plussen van deze rassen worden genoemd: hoger eiwit, meer omzet en aanwas (verkoop dieren en waardevermeerdering vee), onder Nederlandse omstandigheden getest. Als minpunten noemt men de lagere productie, kleinere populatie om uit te selecteren en uiervorm. De populatie FH-dieren is ca. 5000 stuks (maximaal 12,5 bloed andere rassen); er zijn 100 bedrijven die nog FH gebruiken, ongeveer 16 bedrijven houden eigen foklijnen in stand door jaarlijks drie zelfgefokte stieren in te zetten; de KI's testen samen ongeveer twee proefstieren per jaar. De FH-koe is kleiner dan de Holstein, is meer bespierd en vruchtbaarder (fokwaarde gemiddeld 109 tegen 100). De MRIJ's kennen 10.000 koeien met hoogstens 12,5% ander bloed; 30.000 eerste inseminaties; enkele tientallen bedrijven met zuivere koeien en jaarlijks ca. 20 proefstieren bij de KI's. Het ras lijkt een ware opleving te beleven als herstel van de dubbeldoel waarden (doch nog niet terug te vinden in het afgelopen KI jaar, webmaster). De blaarkop is via de biologische veehouders bezig aan een 'comeback'. Ze is door haar soberheid geschikt voor natuurbeheer en ze heeft recreatieve waarde. De KI's testen nu weer vier stieren per jaar, dus een verdubbeling bij wat het geweest is. Er zijn ca. 2000 geregistreerde blaarkoppen in Nederland met minimaal 87,5 blaarkop-bloed. Hiervan is tweederde rood en de overige zwart. (Het toegenomen aantal inseminaties is blijkbaar vooral voor kruisen met andere rassen net als de MRIJ, webmaster). Ben Barkema weet dit ras succesvol te kruisen met de Holsteins. Zijn kruislingen zijn duurzaam en kennen een kostprijs per kg melk die 4,5 cent lager is. Uit hen worden uitsluitend kalveren van Belgisch-blauwe stieren geboren die extra waardevol zijn als mestkalf. |
Ras van biokoe Veeteelt 2005 Oktober 2, Gidi Smolders Voor biologische bedrijven is in de fokkerij embryotransplantatie verboden, evenals hieruit geboren stieren en dieren met dikbilfactor. De Holsteins lijken soms te productief voor de omstandigheden op biologische bedrijven. Aankoop van biologisch krachtvoer is erg duur, terwijl het zelfgewonnen voer vaak ook minder energie per kg bevat dan het gangbare. Bij eventuele verkoop van vleespakketten aan huis werkt men graag met dieren van goede bevleesdheid die hopelijk niet te veel melkkoeien hoeven te vervangen. "Op de meeste biologische melkveebedrijven bestaat de veestapel uit Holstein-Friesiankoeien. Bij de omschakeling van gangbaar naar een biologische bedrijfsvoering wordt niet rigoureus van veeras gewisseld. Vaak blijkt pas een aantal jaren na het omschakeling dat de koeien niet meer kunnen voldoen aan de eisen van het bedrijf." Er zijn 93 bedrijven onderzocht op rasvoering van de geboren kalveren in de laatste tien jaar. Het aandeel HF (Holstein) is ca. 70%. Het aandeel MRIJ blijft constant op ca. 8%. Voor kruisen zet men wel Montbéliarde, Fleckvieh, Brown Swiss, Jersey en Blaarkop in (1.5%). Sommige bedrijven gebruiken massaal vleesrassen op koeien waarvan men geen kalveren aanhoudt. "Het aandeel Fries Hollands vee is de laatste tien jaar ongeveer gehalveerd en slechts één bedrijf heeft nog overwegend Fries-Hollands vee" (nu 2.3%). |
K.I. cijfers Veeteelt 2005 September 1 De zwartbont FH´s kregen afgelopen boekjaar weer 0.2% van de eerste inseminaties tegen de zwartbont Holsteins 65.0% (66,0), MRIJ 2.2% (2,2%), Blaarkop 0.3% (0,2%). In totaal ging het om 1.341.176 eerste inseminaties. |
"Siem van de Vis, melkveehouder te Dorkwerd" Veeteelt 2005 juni 1/2 koeiebloempjes / Agrarisch Dagblad "De FH-koe is echt een koe die economisch goed mee kan draaien. Vroeger werd je voor gek verklaard als je dat zei, maar dat is inmiddels wel over" |
"Succes op E55" Veeteelt juni 1/2 2005 "Precies een halve eeuw geleden werd in Rotterdam de tentoonstelling E55 gehouden: een spektakelstuk van Jac. Kleiboer en een eerste poging van agrarisch Nederland om zich aan de stadsbevolking te presenteren. In de stal stond een lange rij dochters van de stier Succes, die in 1944 werd gefokt door Sije Kooistra in het Friese Folsgare. Tot 1949 diende hij de fokvereniging Wanneperveen, toen werd hij aangekocht door de KI-vereniging van Meppel, waar hij 14 jaar oud werd. Van hem werden bijna 60.000 eerste inseminaties verricht, de laatste toen de stier al meer dan tien jaar dood was. Succes, de ster van E55, was in 1951 al preferent verklaard door het NRS omdat hij 'complete' melkkoeien gaf die, evenals hun vader, opvallend duurzaam bleken te zijn." |
"Geslaagd jubileum KI Kampen" Koevisie Oktober 2005 "Dat de actualiteit van vandaag zich bij KI Kampen niet beperkt tot Holsteins, bleek uit de aanwezigheid van de dochtergroep van Holwerda Thierry (Amaroz x Willy's Keimpe), een FH-stier - ook hier werden de banden met het verleden niet vergeten - uit fokstal Hooghiemster, Roordahuizem. Een uniforme formatie koeien met wat rechte kruizen, stevig beenwerk en prima uiers, die zich onderscheidde door prima breedtematen en conditie...." Veeteelt September 1: "KI Kampen na 25 jaar een vaste waarde" "Een viertal zwaargebouwde, solide dochters.... Ze herinnerden de bezoekers aan de ontstaansgeschiedenis...." |
Veeteelt 2005 augustus 2 - september 2 "Johannes Blanksma, de koppige klokkenluider" Drie afleveringen volgt dit blad deze fokker met in het eerste deel de vier voorafgaande geslachten van de familie die in fokstal Vinea Domini (Wijngaard van de Heer) de Vinea stieren fokte. In 1880 zond de familie de koe Mina in voor de wereldtentoonstelling, waar het dier een tweede prijs won. In 1883 werd te Hamburg met Cesar 4 zelfs een eerste prijs gewonnen. De tweede aflevering vertelt hoe de laatst boerende Johannes oppositie voerde tegen het beleid van het Friese Rundvee Stamboek en de heersende mode in de jaren vijftig. Volgens hem werden de dieren te klein, te weinig productief en kregen te veel lichamelijke gebreken. Toen hij toch waagde een stier in te sturen op de provinciale keuring een Leeuwarden, leek het wel of het dier dit wilde onderstrepen door tijdens de rondleiding luid te loeien, waarop verzocht werd de keuringsring te verlaten. Deze Johannes stuurde ook kritische brieven naar het buitenland. Een en ander kwam hem op een royement te staan uit het stamboek, waarbij zijn dieren niet meer erkend werden. Voor dekstieren was vanwege de overheid een stamboek erkenning verplicht, waardoor de fokkerij inkomsten wegvielen. Vervolgens verhuisde hij naar Noord-Holland, doch er was inmiddels te weinig geld om een volwaardig bedrijf te kopen. Dieren waren bij andere boeren in de kost. In 1971 bood hij als eerste een stier met Holstein bloed ter keuring aan die helaas afgekeurd werd. Graag verwijst de webmaster naar het blad Veeteelt of diens internetarchief voor het volledige verhaal. |
"Marlindochter Puk 51 is niet meer" Veeteelt 2005 september 1 De familie Morevaar uit Wieringerwaard (NH) hield na verkoop van de melkkoeien alleen de topper Puk 51 nog op de boerderij. Na 3 jaar pensioen, diverse kampioenstitels (2 maal nationaal) en 103.000 kg melk overleed ze op 18-jarige leeftijd. Ze was een driekwart Holsteiner, maar Veeteelt noemt gelukkig ook haar FH-overgrootvader Pan 230. |
"Bretonne Pie Noire: de Franse 'mini-FH' " MELKVEE magazine september2005 Met grote kleurenfoto's rond de boerderij van Jacques Cochy te Dongen (Bretagne) wordt verslag gedaan van dit kleine zwartbonte ras, klein in aantal dieren (ca. 1500) als grootte van de dieren (1,10-1,20 m hoog). Met toch nog 450 kg lichaamsgewicht zijn het goede dubbeldoel dieren. De koeien geven 4.000 kg melk per jaar met 4,3% vet en 3,3% eiwit. In 1976 startte een reddingsplan toen het ras nog maar 500 dieren telde. De KI heeft 20 stieren beschikbaar en zet elk jaar 2 nieuwe stieren in. Natuurlijk dekkende stieren mogen in het weekend het werk van de inseminator overnemen of anders het jongvee dekken in de verre weiden. De heer Cochy verwerkt de melk van zijn 22 melkgevende dieren zelf tot kaas en gwell (een Bretonse yoghurt). In het artikel wordt geen melding gemaakt over het al of niet verwant zijn met de echte FH's. Afgaande op de 'Gids Rundvee Rassen van de Wereld' van Marleen Felius is er inderdaad geen verwantschap, terwijl deze dieren sinds 1885 al een eigen stamboek hadden. |
"FH sterk op eiwitbenutting" Veeteelt 2005 augustus 2 Henri Musters onderzocht voor voerfabrikant De Heus Brokking Koudijs de benutting van het voer door de rassen HF (Holstein), FH, MRIJ, Jersey, Brown Swiss en Montbéliarde. Van elk ras werden van tenminste 6 bedrijven gegevens gebruikt met van de eerste vier rassen praktisch raszuivere dieren. De Holsteins eten het meeste, doch geven ook de meeste melk, zodat zij per eenheid voerenergie toch de meeste melk geven. Per eenheid eiwit uit het voer blijken de FH's het meeste melkeiwit te geven. Het mineraal stikstof zit vooral in het eiwit, wat suggereert dit mineraal door de FH's het minst verspild wordt naar het milieu, doch dit wil men nader onderzoeken. |
Open dag Kampen Veeteelt 2005 augustus 1 "....Behalve nakomelingen van Taco en Fitlist maken ook dochterformaties van de wachtstieren Black Power (Addisonzoon uit Fitlistfamilie) en de roodbonte Lentinizoon Retraitehoeve No Limit hun opwachting, evenals dochters van de FH-stier Holwerda Thierry. Vanwege het 25-jarig bestaan van KI Kampen vindt de open dag dit jaar plaats op het terrein waar KI Kampen ooit van start ging, bij de familie Prins aan de Buitendijksweg 12 in Kampen...." |
Veeteelt 2005 augustus 1 Koeiebloempjes / Agrarisch Dagblad: "Kees Cazemier, secretaris FH-vereniging" "Als er dan een kruisingsproef moet worden genomen, waarom hiervoor dan niet een goed inlands ras als MRIJ, FH of blaarkop genomen? Wat tevens een beloning is voor fokkers van die rassen, die dankzij hun vasthoudendheid een belangrijke bijdrage leverden aan de nu zo broodnodige genetische spreiding in de rundveepopulatie. Waarschijnlijk omdat men van die rassen de minpunten beter kent dan van ongeacht welk buitenlands ras." |
Melkvee Magazine augustus 2005 "Gerard Vosman maakt balans op na 25 jaar KI Kampen" "KI Kampen ontstond in 1980 door initiatieven van twee groepen veehouders. De ene maakte zich zorgen over het voortbestaan van het FH-ras, terwijl de andere de fusies van de kleine KI's tot één grote landelijke organisatie als een bedreiging zag. Aanvankelijk werden er dan vooral ook FH-stieren ingezet, maar de Holsteins kregen in de loop der jaren steeds meer invloed.... De eerste stieren die KI Kampen testte, waren Fries-Hollandse stieren. Maar ook in de beginperiode werd er al sperma verspoten van Holstein-stieren die de KI aankocht. Gaandeweg kregen deze Amerikanen meer invloed. Tegenwoordig worden er op jaarbasis nog één of twee FH-stiren getest tegenover een twintigtal Holsteins. Vosman benadrukt dat de organisatie haar haar afkomst daar niet mee heeft verloochend. Integendeel zelfs. 'Nog slechts een klein procentje van de Nederlandse koeien behoort tot het FH-ras. Toch hebben wij nog steeds stieren op de kaart en bovendien zullen we op onze open dag op 25 augustus ook Fries-Hollandse koeien laten zien. En verder is het natuurlijk zo dat veehouders met FH-koeien nog steeds een goede boterham verdienen. Vergelijk het maar met MRIJ-koeien. Veehouders met MRIJ's verdienen nog steeds het meest. Dat er maar een paar veehouders over zijn die er bewust voor kiezen met de oude rassen te blijven werken, wil niet zeggen dat ze daar onverstandig aan doen. Het is niet altijd zo dat de meute gelijk heeft', aldus Vosman. 'Net als het Hostein-ras heeft het Fries-Hollandse ras zich de afgelopen 25 jaar natuurlijk ook ontwikkeld', stelt Vosman. Toch verwacht hij geen revival van de oude Nederlandse rassen. 'KI Kampen is te klein om dat te kunnen bewerkstelligen en de grote spelers beginnen er niet aan. De herintroductie van de FH-koe of de MRij zou voor hen immers een zwaktebod zijn. Dan beginnen ze nog liever met een nieuw buitenlands ras.' ...." |
Veeteelt 2005 april 2 Koeiebloempjes / Het Land- en Tuinbouwblad: "Andries Oosterhof, melkveehouder met FH-koeien te Haule" "Je moet de koe en de stier zien en dan is de combinatie te maken. Een inspecteur kan wel een koe waarderen en dan via de computer een combinatie maken, maar als boer zie je de stier niet meer en daarmee wordt het moeilijker." |
"Ceres: vijfvoudig kampioen" Veeteelt 2005 april 2 "Precies vijftig jaar geleden - op 22 april 1955 - werd de beroemde Ceres van Blokland voor de vijfde achtereenvolgende maal seniorkampioen op de Noord-Hollandse stierenkeuring in het hartje van Alkmaar. Bovendien was hij in 1954 al Nationaal NRS-kampioen geworden...." "Ceres was als allerlaatste kalf gefokt door Cor Stapel uit Hoogkarspel, direct na zijn geboorte werd het bedrijf overgenomen door dochter Geertje en schoonzoon Piet Koster...." "Moeder Blok 131 was een rechtstreekse nazaat van Blok 44, de nationale kampioene van 1928. Vader van Ceres was de Friese kampioen van 1948, Wodan. Hij was geboren uit de Pietjes van Catharinus en Hendrik Jepma uit Mantgum, ook de stammoeders van de Pietjes van de Woudhoeve. Moeder Pietje W7 leverde naderhand ook nog de kampioenstier Pietje's Eduard...." |
Rassen vergelijking op drie bladzijden Boerderij/Veehouderij supplement 15 maart 2005 Vijf buitenlandse en drie origineel Nederlandse rassen worden vergeleken op hun resultaat bij kruisen met Holstein. De tabel scoort rassen van -- tot ++, waarbij 0 gelijk is als met Holstein zelf. De FH scoort een - op melk, 0 op vetgehalte, + op eiwitgehalte, 0 op uierbeeld en uiergezondheid, + op benen, klauwen, vruchtbaarheid, geboortegemak en bespiering. Andere rassen scoren negatief op uierbeeld, behalve Jersey en Brown Swiss. Goede vruchtbaarheid, benen, klauwen en bevleesheid vindt men doorgaans ook bij de andere rassen, evenals een lagere melkproductie. De positieve resultaten zijn deels te danken aan het heterosis effect bij het kruisen. Bij de volgende generatie doorkruisen met betreffend ras geeft verlies aan heterosis en krijgt men sterker met de typische raskenmerken te maken. Bij terugkruisen met Holstein raakt men "genetisch achterop" ten opzichte van de zuivere teelt. De toelichting in tekst op de FH: "Het Fries Hollandse vee is rustiger dan Holstein. Behalve voor melkproductie zijn FH-koeien vergelijkbaar met Holstein of licht beter. Netals voor blaarkop geldt dat de populatie klein is, waardoor selectie moeilijk is. Het ras wordt vooral in stand gehouden door een kleine groep fokkers in de fundamentfokkerij." Het redactioneel schrijft dat de meeste boeren wel bij Holstein zullen blijven, maar dat bijvoorbeeld de boeren die biologisch of extensief werken "zeker baat zullen hebben bij een ras dat goed presteert op veel ruwvoer en weinig krachtvoer." |
Britse FH basis Veeteelt 2005 Maart-I Tot februari jongstleden werden de fokwaarden van de Britse FH koeien op de zelfde basis weergeven als de Holsteins. Doch door de toenemende verschillen besloot het rekencentrum MDC tot een aparte basis. De geschiedenis van de KI verenigingen geeft de beurt aan de Achterhoek.met 'KI Vaarseveld en Silvolde'. Het verhaal zal eerdaags te lezen zijn via het Veeteelt archief op internet, te vinden via de FH Links. |
FH vruchtbaarste ras Veeteelt 2005 Februari-I Met 109 als fokwaarde voor vruchtbaarheid zijn de Fries Hollandse rasdieren het vruchtbaarst van de rassen Jersey, Montbéliarde, Brown Swiss, MRIJ en Holstein. De laatste staat het laagst met 100 voor deze fokwaarde. "Zeldzame Bep 44" over de 10.000 kg vet en eiwit. Deze koe van Tjitte en Ids de Groot uit Waaxens passeerde deze grens als derde zuivere FH-koe. Ze is een dochter van Alex 506. Op de plechtigheid werd voorgelezen uit het verslag over deze fokstal in het boek "De Levende Have" van Koos van Zomeren. Dit maal in de serie de geschiedenis van de KI verenigingen is de beurt aan de provincie Utrecht. |
"Inkruisen: hype of realiteit?" Koevisie januari 2005 "Het onderwerp bepaalt heel wat actuele gesprekken over de fokkerij. En diverse aanbieders werpen zich op om stieren van buitenlandse melkrassen op de Nederlandse markt te brengen." Het gaat om de rassen Jersey (5.343), Montbéliarde (11.628), Brown Swiss (8.471), Fleckvieh (966), Zweeds Roodbont (39), Blaarkop (6205), MRIJ (50.835) en FH (5391). Inbegrepen waren 309 inseminaties voor de roodbonte FH stieren, voor de helft op zwartbont, doch andersom kwam ook 60 keer voor. De getallen zijn inseminaties, inclusief herinseminaties. De vleesstieren zijn niet meegeteld. De teneur van het artikel is dat het inkruisen nog geen grote vlucht neemt. Afgelopen jaar leverden Jersey en MRIJ in ten gunste van Montbéliarde, Brouwn Swiss, Blaarkop, Fleckvieh en Zweeds Roodbont. Helaas 254 inseminaties verlies voor de vertrouwde FH. "Van de ruim 1,7 miljoen inseminaties van melkrassen op zwartbonte koeien werd het gros (92%) geinsemineerd van zwartbonte Holstein-stieren." Vervolgens 6,4% door roodbonte Holsteins, zodat er 1,6% overbleef voor de overige melkrassen. Voor de roodbonte Holsteins en MRIJ samen kwamen de 411.500 inseminaties van 80,4% Red Holsteins, 10% MRIJ, 6,8% zwartbonte Holsteins (inclusief Roodbont factor dragers) en 2,8% overige melkveerassen. |